Het verhaal van Fisherman’s Friend begon in 1865 in Fleetwood, een klein kustplaatsje in het noordwesten van Engeland. James Lofthouse, een apotheker in het vissersdorpje, luistert graag naar de lokale vissers die hem vertellen over hun dagelijkse vangst in de ijskoude wateren. Of dat probeert hij tenminste, want die zeebonken hebben vaak de grootste moeite om te praten. Met hun hese stemmen zijn hun spannende verhalen over het leven op zee moeilijk te verstaan. En dan krijgt hij plots een ingeving…

De volgende dag biedt hij de matrozen een mengsel van zoethout, eucalyptus en menthol aan, gebotteld in drie flessen. De zeelui zijn dolgelukkig en het is nu weer een stuk makkelijker om naar hun verhalen te luisteren. Maar de zee was niet enkel een aanslag op de stembanden. Ook de flessen gingen vaak stuk. Om dat te voorkomen transformeerde Lofthouse zijn uitvinding in kleine pastilles die makkelijk in te nemen waren. Zo kreeg Fisherman’s Friend de vorm die we vandaag kennen.